Het aantal statushouders dat versneld vanuit een asielzoekerscentrum verhuist, loopt ver achter bij de afspraken die het kabinet eind juni heeft gemaakt. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Sinds 1 juli zijn er 3.040 statushouders uit een azc naar een woning uitgestroomd, in plaats van de afgesproken 5.840.
Statushouders kunnen vanuit een azc verhuizen naar bijvoorbeeld een flexwoning of een omgebouwd kantoorpand. Het kabinet sprak eind juni met veiligheidsregio's af dat er medio augustus 7.500 statushouders zouden zijn doorgestroomd naar een eigen woning. Met nog een week te gaan tot die deadline, zit dat aantal echter pas op de helft.
De versnelde verhuizing werd overeengekomen om het aanmeldcentrum in Ter Apel te ontlasten en de doorstroming in asielzoekerscentra op gang te krijgen. Bijna 16.000 statushouders verblijven nu noodgedwongen in een azc omdat er voor hen geen reguliere woning beschikbaar is. Daarmee stokt de doorstroming in azc's en blijft ook de situatie in Ter Apel onhoudbaar.
Het kabinet maakte daarvoor 100 miljoen euro vrij, om nog dit jaar de bouwproductie van flexwoningen te verhogen van 5.000 naar 7.500 en bestaande panden geschikt te maken voor bewoning. Een derde van de nieuwe flexwoningen en de tot woning getransformeerde panden worden aan statushouders of Oekraïners toegewezen, zegt een woordvoerder van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting).
Die flexwoningen zijn niet alleen voor statushouders bedoeld, maar ook voor andere spoedzoekers zoals net gescheiden mensen of daklozen. Er zijn inmiddels 3.100 nieuwe flexwoningen gebouwd, zegt de woordvoerder.
