N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaat Is er sprake van een „abrupte verschuiving” van het klimaat in Mongolië? Ook landbouw zorgt ervoor dat het land verdroogt.
Het klimaat in Mongolië is sinds de millenniumwisseling beduidend heter en droger geworden. Er is sprake van „een abrupte verschuiving” naar een nieuwe toestand. Dat schrijft een internationale groep onderzoekers deze donderdag in een publicatie in Science.
Met hun onderzoek brengen ze veranderingen in het aantal extreem warme dagen en in de bodemvochtigheid over de afgelopen 260 jaar in kaart. De verschuiving naar ongekend heet en droog weer sinds 2000 wijten ze aan een sterkere koppeling tussen land en atmosfeer, waarbij hittegolven en een uitdrogende bodem elkaar versterken, geholpen door de aanwezigheid van hardnekkige hogedrukgebieden.
Maar andere, niet bij het onderzoek betrokken onderzoekers zetten vraagtekens bij die conclusie. „Het is een mooie studie. En het is belangrijk dat ze dit signaal, op zo’n lange tijdschaal, hebben gevonden. Maar het is nog een hele puzzel om oorzaak en gevolg te ontrafelen”, zegt Dim Coumou van de Vrije Universiteit, die onderzoek doet naar extreme weersgebeurtenissen zoals hittegolven en hoosbuien.
Datzelfde zegt hydroloog Ryan Teuling van de Wageningen Universiteit, die onderzoek doet naar de wisselwerking tussen atmosfeer en bodem. „Het is duidelijk dat er in Mongolië veel veranderingen gaande zijn. Maar hun conclusies vind ik een beetje speculatief.” Volgens hem zou ook de landbouw een belangrijke rol kunnen spelen in de uitdroging van de bodem.
Vast staat in ieder geval dat de aarde opwarmt. Het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, ziet wereldwijd een toename in het aantal warme extremen – en een afname van koude extremen. In Nederland zijn volgens het KNMI de hittegolven sinds 1950 2 tot 3 graden warmer geworden.
De wetenschappers gingen voor hun onderzoek uit van de International Tree Ring Data Bank, waarin gegevens worden verzameld van boomringonderzoek over de hele wereld. De breedte van de jaarringen die bomen vormen, weerspiegelt de groeicondities. Uit die databank haalden de onderzoekers gegevens voor 76 locaties in wat ze inner East Asia – „Mongolië en zijn omgeving” – noemen. Ze onderzochten de jaarringen van vijf boomsoorten (onder andere de Siberische den en de Kirgiezenspar) over de afgelopen 260 jaar. De ene soort was vooral gevoelig voor temperatuur, de ander juist voor droogte. Uit het boomringonderzoek leiden ze af dat het aantal extreem warme dagen sinds 1970 sterk is toegenomen. De bodemvochtigheid laat sinds 2000 een sterke daling zien. Vanaf dat moment vallen hittegolven en een erg droge bodem steeds vaker samen.
Er zijn meer hittegolven in het gebied. Dat kan liggen aan de straalstroom
Op zoek naar een verklaring komen de onderzoekers uit bij de straalstroom, een sterke oostwaartse wind op een hoogte van 9 à 10 kilometer. Hij is een paar honderd kilometer breed en markeert het gebied waar warme lucht vanuit de tropen en koude lucht vanuit het Arctisch gebied elkaar ontmoeten. Bekend is dat het patroon van de straalstroom op het noordelijk halfrond als gevolg van de opwarming van de aarde is veranderd.
Het Arctisch gebied warmt twee tot drie keer zo snel op als het wereldwijde gemiddelde, en daardoor is het temperatuurverschil (de gradiënt) met lagere breedtegraden afgenomen. Het contrast tussen warme zuidelijke, en koude noordelijke lucht is minder sterk, en daardoor is de straalstroom de afgelopen decennia afgezwakt en mogelijk ook meer gaan meanderen. „Soms ontstaan er rare kronkels en insnoeringen in de straalstroom”, zegt Teuling. Juist op die plekken kan zich een stationair hogedrukgebied vormen dat oprukkende lagedrukgebieden – die doorgaans wisselend weer brengen – weken lang kan blokkeren. Dat maakt de kans op hittegolven groter, en die kans wordt verder vergroot als de bodem relatief droog is.
Eerder is al gehint naar de straalstroom als verklaring voor de toename van het aantal hittegolven in Mongolië. In het nu gepubliceerde artikel laten de onderzoekers zien dat de oostwaartse straalstroom sinds 1999 sterker afbuigt vlak voordat hij zich boven Mongolië bevindt, en daar een kronkel maakt. Het maakt de kans op hittegolven groter. Dat wordt nog versterkt door een te droge bodem, die door de hittegolven vervolgens nog sterker uitdroogt.
Teuling mist in het artikel de rol van de landbouw. Hij heeft er onderzoek naar gedaan in het noorden van China, direct onder Mongolië, samen met Chinese onderzoekers – het artikel is in 2015 gepubliceerd in Science Reports. Het toegenomen gebruik van kunstmest jaagt er de groei van gewassen aan, die water uit de bodem onttrekken. Daarnaast worden er sinds de jaren 80 meer gewassen verbouwd die veel water nodig hebben, zoals tarwe, en zeker mais en raapzaad. „In het noorden van China is de uitdroging van de bodem niet alleen aan klimaateffecten te wijten”, zegt Teuling. De toestand van de bodem kan dus verbeteren door de landbouwmethoden aan te passen. En dat kan weer van invloed zijn op het vóórkomen van hittegolven.
Van Mongolië is bekend dat de veeteelt op de uitgestrekte grasvlaktes sterk is toegenomen. Een vorig jaar in Science verschenen artikel beschrijft de sterk toegenomen geitenstapel in Mongolië, in antwoord op de toegenomen wereldwijde vraag naar kasjmier. Door overbegrazing, ook door ander vee, wordt de bodem gevoeliger voor uitdroging.
Dat het klimaat in Mongolië een tipping point zou zijn gepasseerd, zoals de kop van het Science-artikel suggereert, vindt Teuling te ver gaan. Coumou zegt dat het landgebruik door de mens van grote invloed kan zijn op de bodem, en op het lokale klimaat. „Er spelen veel dingen door elkaar en ze zijn lastig te ontwarren.”
Een animatie van de vochtigheid van de bodem in Azië, wekelijks tussen 2003 en nu. Centraal in het gebied ligt Mongolië. De droogte is gemeten in de zogeheten root zone, de bovenste één meter van de bodem waar planten in wortelen. Het gaat om een vochtigheidspercentage ten opzichte van het gemiddelde in de periode 1948-2014.
Bron: NASA Grace