Volgens voorzitter Hubert Bruls van het Veiligheidsberaad zijn de winkeliers wettelijk verplicht om de mondkapjesplicht te handhaven in openbare binnenruimtes. Op straffe van sancties. Kamerleden en juristen zien dit anders. 'Zo hebben we dat niet bedoeld in de Kamer.'

Beluister ook | Geen extra maatregelen tegen drukke winkelstraten
Wettelijke verplichting? Waar staat dat dan?
'De mondkapjesplicht is er nu eenmaal....en die zegt ook iets over de verplichting van een winkelier om hem uit te voeren.' Dit zei voorzitter Bruls vanochtend tegen BNR, maar volgens politiek verslaggever Laurens Boven valt daar veel op af te dingen.
'Het gaat om artikel 58K uit de Tijdelijke Wet Covid, de Zorgplicht Publieke Plaatsen. Dit artikel schrijft voor dat beheerders van publieke plaatsen er zorg voor moeten dragen dat mensen die aanwezig zijn in die winkel de coronamaatregelen kunnen opvolgen.'

Nuancering
Boven vraagt zich af of daaruit dan een wettelijke plicht volgt om het mondkapjesgebod te handhaven. 'Dat is open voor discussie', zegt Boven. Een winkelier is verplicht de winkel zó in te richten dat klanten anderhalve meter afstand kunnen houden, ook is de winkelier verplicht het aantal mensen in de zaak te maximeren. 'Maar hier staat niks over het verplicht handhaven.'
Bruls waarschuwt ook dat winkeliers die de mondkapjesplicht negeren forse boetes en zelfs sluiting tegemoet kunnen zien. 'Maar ook daarover denken juristen en Kamerleden genuanceerder.' Zoals CDA-Kamerlid Chris van Dam.
Coronaregels faciliteren, niet handhaven
Volgens Van Dam is de wet 'zo bedoeld dat een winkelier de maatregelen neemt die het mogelijk maken voor mensen om op een veilige manier in die winkel te zijn, inclusief het aanplakken van waarschuwingen, inclusief het aanspreken van mensen. Dat is wat we van een winkelier mogen verwachten, maar om nou te zeggen dat een winkelier iemand moet vastpakken en de winkel uit moet werken, dat gaat echt te ver, zo hebben we dat in de Kamer niet bedoeld.'