OPINIE – De Surinaamse Nationale Assemblee heeft onlangs een nieuwe btw-wet aangenomen, die op zijn zachtst gezegd voor de nodige verwarring en onrust heeft gezorgd binnen de samenleving.
De regering en coalitie beweren dat deze wet cruciaal was om aan de eisen van het IMF te voldoen, maar het lijkt erop dat de belastingverhogingen nu als een onaangename verrassing voor de burgers komen. Wat nog verontrustender is, is het schijnbaar gebrek aan transparantie en duidelijkheid in de communicatie hieromtrent.
Eerder had GFC Nieuws aandacht besteed aan deze kwestie, en het lijkt erop dat de voorspellingen over de gevolgen van deze wet helaas uitkomen.
De regering heeft verklaard dat bepaalde maatregelen van de btw-wet, zoals de verhoging van de btw op brandstof van 5% naar 10%, per 1 november van kracht zullen worden.
Dit zal ongetwijfeld een grote impact hebben op het dagelijks leven van de Surinaamse bevolking, aangezien dit zal leiden tot hogere brandstofprijzen en uiteindelijk tot een domino-effect van prijsstijgingen voor andere goederen en diensten.
Wat des te verontrustender is, is de onduidelijkheid die is ontstaan rondom de situatie. De vakbeweging, bestaande uit C-47 en COL, heeft aangegeven dat de btw-wet wordt aangehouden, terwijl de regering beweert dat ze op zoek is naar oplossingen voor de zorgen die zijn geuit. Dit verschil in standpunten leidt tot nog meer verwarring en onzekerheid bij de bevolking, die nu niet zeker weet wat de werkelijke gevolgen zullen zijn.
President Chan Santokhi heeft tijdens zijn jaarrede aangegeven dat de btw-wet is herzien en dat deze de goedkeuring van het parlement draagt. Hij benadrukte ook dat 40% van de basisgoederen vrijgesteld zal zijn van btw. Hoewel de president de intentie heeft uitgesproken om de uitvoering van de btw-wet te blijven monitoren en evalueren met betrokkenheid van alle belanghebbenden, heeft hij niet aangegeven dat de wet wordt ingetrokken.
Assembleelid Edward Belfort heeft echter terecht opgemerkt dat de wet is aangenomen en afgekondigd, en dat als de regering wijzigingen wil aanbrengen, deze opnieuw naar De Nationale Assemblee moet komen. Hierdoor lijkt het erop dat er bewust verwarring wordt gezaaid, wat de situatie alleen maar complexer maakt.
BEP-fractieleider Ronny Asabina heeft de aandacht gevestigd op de verdere verzwaringen die deze nieuwe btw-wet met zich meebrengt, zoals hogere kosten voor water, gas en elektriciteit. Dit zal onvermijdelijk een extra last leggen op de schouders van de bevolking, vooral degenen die al moeite hebben om financieel rond te komen.
Wat betreurenswaardig is, is dat de vakbeweging nu pas in actie lijkt te komen na de afkondiging van de wet. Het lijkt erop dat de belangen van de burgers niet op tijd zijn beschermd en dat er een gebrek is aan proactief optreden om ervoor te zorgen dat hun zorgen worden gehoord en serieus worden genomen.
Het is nu van het grootste belang dat de Surinaamse regering en de vakbeweging samenwerken om duidelijkheid en stabiliteit te bieden aan de bevolking.
Er moet een eerlijke en open dialoog worden gevoerd om de gevolgen van deze wet te begrijpen en eventuele negatieve gevolgen voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving te minimaliseren. Het is tijd voor eerlijkheid, transparantie en verantwoordelijkheid in het belang van het Surinaamse volk.
GFC Nieuwsredactie
