In Zwitserland komt een bergpas tussen twee gletsjers stilaan bloot te liggen, na eeuwenlang bedekt te zijn met ijs. De gletsjers in de Alpen zijn door de klimaatverandering al jarenlang aan het krimpen, maar dit jaar gaat het bijzonder snel, zo waarschuwen glaciologen.
Het gaat over de bergpas tussen de Tsanfleuron-gletsjer en de Scex Rouge-gletsjer, op zo'n 2.800 meter hoogte in de Zwitserse Alpen. Volgens de uitbater van het skigebied in de regio, Glacier 3000, zal er tegen het einde van de zomer geen ijs meer zijn tussen beide gletsjers.
Tot nog toe konden skiërs van de top van de ene gletsjer naar de andere gaan. Maar nu is de kale rotsbodem meer en meer te zien. In 2012 was er nog sprake van 15 meter ijsdikte. Hoe lang de bergpas bedekt was met ijs is moeilijk te zeggen, maar zeker sinds de Romeinse periode zo'n 2.000 jaar geleden.
AFP or licensors
Dat het een bijzonder slecht jaar is voor de gletsjers in de Alpen bleek al eerder. Eind juli hadden ze al evenveel ijs en sneeuw verloren als normaal op het einde van de zomer. Dat komt door de uitzonderlijke hoge temperaturen, maar ook omdat er weinig sneeuw is gevallen. Die "isoleert" het gletsjerijs.
Op de Tsanfleuron-gletsjer werden in 2017 de lichamen ontdekt van een Frans koppel dat in 1942 verdwenen was, een vondst die toen heel wat aandacht kreeg (lees het artikel hier). Door het krimpen van de gletsjers worden zulke vondsten steeds frequenter. In de Alpen zijn deze zomer al twee levenloze lichamen en een neergestort vliegtuig uit 1968 ontdekt door de terugtrekkende gletsjers.
AFP or licensors
